In deze procesketen worden nieuwe studenten geworven en ingeschreven.
Allereerst wordt er vastgesteld welke opleidingen worden aangeboden. Vervolgens worden er, vaak door de onderwijsteams, verschillende activiteiten ingezet die hopelijk leiden tot de aanmelding van studenten. Deze activiteiten richten zich op het oriënteren op, verkennen van en verdiepen in de opleidingen die worden aangeboden op de mbo-school. Onderwijsteams zetten zich in om de aspirant-studenten een zo realistisch mogelijk beeld te geven van de opleiding. Op deze manier kunnen de studenten een goed onderbouwde keuze maken.
Als een student zich heeft aangemeld, wordt gecheckt of hij/zij toelaatbaar is. Hierna volgt een intake, en indien nodig, een uitgebreide intake. De intake wordt uitgevoerd door één of meerdere teamleden. Indien er voldoende opleidingsplekken beschikbaar zijn wordt de student geplaatst. In sommige gevallen, bij opleidingen met een instroombeperking (bijvoorbeeld numerus fixus), wordt er een wachttijd gehanteerd. Na plaatsing wordt er een onderwijsovereenkomst tussen student en mbo-school aangegaan. De student en mbo-school beloven elkaar dat zij zich zullen inspannen zodat de student een diploma kan halen. De mbo-school belooft daarnaast dat zij de student een passende leerroute zullen aanbieden. De informatie uit een eventueel aanwezig doorstroomdossier en uit de intake(s) omvat soms een (extra) ondersteuningsbehoefte van de student. Deze informatie wordt gekoppeld aan de onderwijsovereenkomst. De student wordt hierna geregistreerd via ROD (voorheen BRON), zodat de student mee kan tellen voor de bekostiging van de mbo-school.
Nadat het opleidingsaanbod is bepaald, zet de instelling dit in de markt. Er is een communicatiestrategie om de doelgroep te bereiken. Afhankelijk daarvan wordt contact gezocht met (regionale) bedrijven, gemeenten, maar wordt ook promotie gedaan. Deze promotie kan inhouden dat het opleidingsaanbod en mogelijkheden van de instelling voor vervolgscholing onder alumni en bijna afgestudeerden onder de aandacht wordt gebracht. Er kan ook sprake zijn van bestaande afspraken en contracten met bedrijven en/of gemeenten. In overleg wordt bekeken welke mogelijke studenten deelnemen aan de opleidingstrajecten die de instelling aanbiedt en hoe dit opleidingstraject vorm krijgt.
Na aanmelding volgt doorgaans een check of de opleidingsbehoefte van de student passend is bij de inhoud en opzet van de opleiding. Als dit zo is volgt een intake, waarbij o.a. wordt bekeken wat de welke begeleidingsintensiteit passend is en voor welke vrijstellingen de student eventueel in aanmerking komt. De vrijstelling kan verleend worden op basis van eerder verworven leer- en werkervaring. De onderwijsinstelling kan vrijstelling voor examens verlenen of vrijstelling voor een aantal onderwijsuren. Vervolgens wordt bepaald hoe het opleidingstraject er uit komt te zien, wanneer en hoe de student onderwijs volgt en of dit voor de instelling uitvoerbaar is.
Als student en instelling akkoord zijn met het voorgestelde opleidingstraject wordt de student ingeschreven voor de opleiding en worden afspraken over de eventuele vrijstellingen vastgelegd in de onderwijsverbintenis (OOK). In het geval van een diplomaroute of mbo-certificaat, moeten alle gegevens worden opgenomen die relevant zijn in de uitwisseling met DUO. Indien de financiering via een bedrijf of gemeente loopt, wordt ook met deze partij een contract afgesloten.