In deze procesketen wordt het onderwijs door teams voorbereid, uitgevoerd en afgestemd. Teams plannen het onderwijs, maken keuzes over het al dan niet inkopen van lesmateriaal, ontwikkelen onderwijs en begeleiden de studenten op een passende manier.
Tijdens werving en de intake is de student al voorgelicht over het onderwijsaanbod. Formeel wordt het onderwijsaanbod pas na de inschrijving aan de student gepresenteerd. De student stelt in overleg met de studieloopbaanbegeleider een leerroute samen uit de beschikbare leertaken. Deze leerroute wordt bepaald op basis van eigen voorkeur, een passende BPV-plaats, mogelijke vrijstellingen en de organisatorische mogelijkheden van de mbo-school. Gedurende de opleiding volgt de student de leerroute door leertaken uit te voeren. Daarbij wordt de student begeleid door docenten en praktijkbegeleiders, en in sommige gevallen door een studieloopbaanbegeleider en ondersteuners.
Bij alle onderdelen van de opleiding wordt de aanwezigheid van de student geregistreerd. Bij begeleide onderwijstijd is de betrokken docent verantwoordelijk voor de urenregistratie, tijdens de BPV is de student zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de uren. De studievoortgang van de student wordt door de studieloopbaanbegeleider en alle betrokken docenten in beeld gebracht en in de vorm van studieadvies met de student besproken. Zo'n advies kan een BSA (bindend studieadvies) zijn, dat in elk geval tijdig wordt gegeven (de termijn verschilt met het type opleiding).
Daarnaast worden ook de leerresultaten van de student verzameld zodat de betreffende docent een gefundeerd advies over de deelname aan een examenonderdeel kan geven.
Bij het vaststellen van het onderwijsaanbod heb je bepaald voor welke doelgroepen er certificaattrajecten en/of opleidingen worden aangeboden. Dit onderwijsaanbod kan gericht zijn op individuele studenten, gemeenten of bedrijven die een vraag bij de mbo-school neerleggen. Bij werkenden en werkzoekenden zal het gezien hun levensfase vaker gaan om een opleiding in de bbl of de derde leerweg waarin zij onderdelen van mbo-opleidingen volgen. Op basis daarvan maak je een basis onderwijsplan, dat passend is voor de doelgroep waarvoor je het onderwijs gaat aanbieden. Bij het ontwikkelen van dit onderwijsplan maak je de keuze in hoeverre er ruimte is voor (individueel) maatwerk. Daarbij kan je afwijken van de urennorm*. Een onderwijsplan kan er bijvoorbeeld op gericht zijn dat individuele studenten ook versneld de leerroute doorlopen, vanwege leer- en werkervaring die ze meebrengen, en op basis daarvan vrijstelling voor een aantal onderwijsuren kunnen krijgen.
Op basis van het onderwijsplan bekijk je welke onderwijsvoorzieningen er nodig zijn. Kunnen daarbij bestaande leermiddelen worden ingezet, of is er aanpassing nodig specifiek voor deze doelgroep? En zijn deze leermiddelen ook beschikbaar op het moment dat er onderwijs voor deze doelgroep wordt aangeboden? Op basis hiervan bepaal je de longitudinale planning, waarin staat wanneer wat kan worden aangeboden.
Aan de student of bedrijf/gemeente wordt het mogelijke onderwijs aanbod gepresenteerd. Op basis van de wensen van de student of bedrijf/gemeente, de mogelijke vrijstellingen en overige behoeften die bij de intake zijn besproken en de organisatorische mogelijkheden van de school wordt de leerroute bepaald. In overleg met de cursusbegeleider wordt de leerroute afgesproken met de te volgen leertaken. Waarbij ook afspraken worden gemaakt waar en wanneer de leertaken worden uitgevoerd.
Gedurende de opleiding volgt de student zijn leerroute door de leertaken uit te voeren. Daarbij wordt hij begeleid door docenten en praktijkbegeleiders, waar nodig bijgestaan door zijn cursusbegeleider en ondersteuners. De studievoortgang wordt in beeld gebracht en leerresultaten worden verzameld op basis waarvan de leerroute weer bijgesteld kan worden. Zo kan tijdens het opleidingstraject met de student worden gekeken of leertaken toch meer versneld doorlopen kunnen worden of dat de student extra ondersteuning nodig heeft. Wanneer wordt geconstateerd dat de student zijn leerdoelen voldoende heeft behaald, kan de leertaak worden afgesloten doormiddel van een examen.
Afhankelijk van wat hierover eventueel met het bedrijf of de gemeente is afgesproken en is vastgelegd in de overeenkomst met de onderwijsinstelling, wordt de aanwezigheid van de student geregistreerd.
N.B. de stap in de keten over voorschriften voor toelatingsrecht en bindend studieadvies zijn alleen van toepassing op bekostigde opleidingen in de leerwegen bol en bbl. Ze gelden dus niet voor niet-bekostigde opleidingen zoals de derde leerweg.